Suinarda

Oud-leerlingen en -leerkrachten DBZ

Nieuws

Philippe Marrécau, ex-leraar Frans op DBZ

Hoe vind je de toestand van het onderwijs Frans nu?
Blij het opnieuw over Frans te mogen hebben. Uiteraard moet ik me hoeden voor elke vorm van cynisch steriel superieur oud-strijders gevoel, waarmee ik het vroeger zelf zo lastig had. Ik neem me dus voor bescheiden te blijven. Een kleine bijdrage in deze delicate pedagogische problematiek.

Ja, zoals ik het terecht vermeld heb in mijn afscheidsspeech, ben ik heel gehecht aan de Franse taal en cultuur. Frans is mijn moedertaal – ook de taal van mijn moeder – en tot de eerste kleuterklas hebben uitsluitend Franse fonemen mijn tromvliezen doen trillen, mijn hersenen geprikkeld en mijn hart geraakt. Mijn eerste woorden Nederlands waren, voor zover ik mijn ouders mag geloven, het ‘weesgegroetmaria’ die ik al na een paar dagen kon aframmelen (mijn eerste leerkracht heette zuster Marie Bernard!).Thuis stond de tv antenne altijd gericht naar Rijsel, op de cover van mijn allereerste 45 toeren plaat pronkte Adamo, later volgden Sheila en Claude François. Ik was 11 jaar oud. Pas vanaf mijn 14,15 begon ik me af te zetten tegen “Salut les copains “ en verbreedde mijn blik en gehoor naar de Angelsaksische wereld. Mijn Franse “r” heb ik achterwege gelaten in de toenmalige zesde Latijnse omdat onze leraar dictie, Remi Van Duyn, bekend Vlaamsgezinde regisseur en cultuurgod, mijn tong liever hoorde trillen dan mijn keel, waarvoor dank trouwens.. Nu kan ik die R ook perfect rollen.

Dat waren voor mij specifiek gunstige omstandigheden om het Frans grondig te bestuderen en later ook te onderwijzen. Bovendien was, in die tijd, (1975) de francofonie weliswaar aan een sterke retour bezig maar nog steeds aanwezig. misschien meer in West-Vlaanderen dan in Gent. Dit is vandaag helemaal niet meer het geval, tenzij bij een belangrijke deel van de migrantenbevolking -niet of nauwelijks op onze school aanwezig -. De meeste leerlingen vertrekken nu van nul of quasi., ondanks de tweetaligheid van ons land. Tijdens de oudercontacten bleek hoe langer hoe meer dat de ouders veel beter de taal beheersten dan hun kinderen.
Mindere ervaringen? Discussies met een inspecteur. Met leerlingen ging het soms mis , uiteraard, maar dat was eerder zeldzaam, en werd steeds later bijgelegd. Ik denk in alle bescheidenheid dat mijn relaties met de leerlingen heel positief waren en dat ik daardoor de aversie voor het Frans bij heel wat leerlingen heb kunnen milderen of zelfs keren.

Is er een evolutie en hoe? Heb je leuke anekdotes?
Evolutie: ja , enorm. In 75 was het enige handboek in de zesdes La France en Direct, een verzameling literaire teksten per thema gebundeld. De woordenschat bestond gewoon uit kennis van de veelheid aan woorden aanwezig in die teksten. De grammatica was zogezegd gekend en moest nu en dan eens opgefrist worden. In de vierdes had men geopteerd voor een stimulusrespons methode die wel effectief leek door de herhaling van taalstructuren, maar daardoor ook vervelend kon zijn.

Later kwam vanuit Antwerpen Decoo opdagen. Achteraf gezien toch wel een effectieve leermethode: hij had tenminste ingezien dat herhaling essentieel was en daarvoor een systeem uitgedacht dat jammer genoeg artificieel kon overkomen, maar wel efficiënt en rationeel doordacht. Ook de nadruk op de vocabulaire was nieuw en verrijkend.

Toen, de jaren 90, werd kennis overbodig geacht en moest je vooral de nadruk leggen op de vaardigheden. In theorie heel positief, maar eigenlijk heeft dat vooral geleid tot de verkleutering van het taalonderwijs: geen moeilijke theorie meer, geen abstracte grammatica, geen indrillen van onregelmatige werkwoorden, geen inzicht in de tijdsverhoudingen (la concordance des temps) geen saaie woordenlijsten, . Geen verhandelingen, litteraire analyses, kennis van literaire stromingen, allemaal overbodig. Voor de toetsen, gedaan met dictees, vertalingen, synoniemen, werkwoordvormen. Communicatie centraal.
Gesprekjes voeren over het weer, de weg vragen, inlichtingen in een reisbureau enz. Naar een interview luisteren en er de essentie uit distilleren. (Pourvu que le message passe !!), een e mail opstellen, artikels lezen.
Later nog, alles in context plaatsen. Examens, oefeningen , -of dat nu goed was of niet-als er maar een context rond gebreid werd.

Misschien toepasbaar voor het Engels, daar de leerlingen via multimedia er al sinds hun prille jeugd meer vertrouwd zijn, maar en ramp voor het Frans, Duits, Spaans, ‘of zelfs het Latijn met hun ingewikkelde grammatica en rijke woordenschat. Om te kunnen praten , luisteren , schrijven heb je een redelijke basis nodig, moet je inspanningen leveren. Uiteraard moeten we die vaardigheden oefenen, en werd dat in het verleden teveel verwaarloosd maar men heeft het kind met het badwater weggegooid. De spectaculaire achteruitgang van het taalonderwijs en vooral van het Frans in Vlaanderen is in grote mate daaraan te wijten.

Er zijn uiteraard andere redenen,( ik verwijs naar het rapport ‘Talenonderwijs in topvorm’ van Inge Arteel, Lieven Buysse en co, en naar het artikel in Knack 13 september van Ann Peuteman: hoe krikken we het taalniveau van onze leerlingen op? ) Wij hebben inderdaad minder uren dan vroeger, wij zijn veel soepeler op deliberaties, dan andere collega’s. In de moderne talen richtingen landden heel wat leerlingen gewoon omdat ze niet zo sterk waren in wiskunde wetenschappen, zelden omdat ze gemotiveerd waren voor talenonderwijs: Zo heb ik in de economie moderne talen heel wat leerlingen met dyslexie mogen ‘opvangen’.

Een leuk voorbeeld van een schrijfoefening van een laatstejaarsstudent, (geen dyslexie)

Je suis Alizée (naam fictief) et je suis dérivé d’une petite village, ma rentrée dans l’école n’était pas très chouette. A partir de l’école, j’ai recevrai une pique d’un wespe, derrière ça mon vélo était piqué. Quand j’été arrivé à l’école, je me sentait très mal, finalement je suis échauffé et fini à l’hôpital..

Onnodig te zeggen dat die leerling geslaagd was -le message passe! -en wie zou ik zijn om haar tegen te houden, de fout was dat ze met dat minimaal beperkt kennis Frans in het laatste jaar was geraakt. Klinkt te negatief, maar toch, er moet iets veranderen, en hopelijk zien de scholengemeenschappen, ministeries en inspectiediensten dat er verkeerde keuzes zijn gemaakt.

Ik vind bovendien dat er te weinig vertrouwen gaat naar de leraar als persoon. De meeste leraars zij enorm plichtbewust, doen meer dan het noodzakelijke om hun leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden naar de beoogde doelen.

Wij worden teveel gestuurd door allerlei wetten richtlijnen regeltjes en dan nog door verschillende instanties. De ‘planlast ‘is daar het zuivere bewijs van. En vooral dat nijdig alwetend inspectievingertje! Wie zegt dat ik geen goed dictee , een eigen literaire analyse mag geven, dat ik geen vervoeging mag opvragen als ik aanvoel dat het impact heeft op mijn leerlingen,. Wie heeft het lef mij te verplichten wetenschappelijk onderzoek te laten doen door leerlingen die de taal zelfs niet oppervlakkig beheersen, terwijl ik in die 6 uur heel wat nuttige taaloefeningen zou kunnen geven.

Bovendien voel je bepaalde dingen soms anders aan dan je collega’s. Moeten we allemaal dezelfde dingen op dezelfde manier onderwijzen? OK, er moet samenspraak zijn, maar laat toch wat vrijheid over? Ik ben overtuigd dat, mag ik karikaturaal zijn , het Engels bij Jean Marie en Els Colle , het Frans bij mezelf, Marc Vens of Guido met andere accenten werd gegeven en toch doeltreffend was ( maar daarom niet altijd volgens de regeltjes.)

Doe je nog iets met of voor het Frans?
Als vrijwilliger werk ik sinds vorig jaar leerlingen met een leerachterstand bij, dit in het 5de en 6de leerjaar (Freinetschooltje) , bijna uitsluitend Frans. Fantastische ervaring. Leerlingen met problemen neem ik apart, in groepen van twee en drie, en geef extra uitleg bij de lesjes waar zij het moeilijk mee hebben. En het doet mij deugd te zien dat het lukt. Ik denk niet dat ik nog voor een klas wil staan, maar kinderen, jongeren, volwassenen met mijn kennis helpen vind ik heel verrijkend en ontspannend zelfs.

Heb je een boodschap in dat verband aan (jongere) collega’s?
Vooral proberen je goed te voelen in de lessen, anders hou je het niet uit of doe je het slecht. En met overtuiging.

ouder recenter